Kunst natuurlijk.
Schilderspalet
Knip een schilderspalet.
Maak samen met de kinderen propjes van crépe papier.
Benoem de kleuren en sorteer deze in bakjes.
Geef ieder kind een schilderspalet en laat de kinderen de propjes er op plakken.
Versje :
Ik ga schilderen,
ik heb alles al klaar gezet
Hier heb ik mijn kwast
en hier mijn schilderspalet
Wat ik nodig heb is een kloddertje rood
en ook nog een beetje geel
Niet te weinig , niet teveel
Daarna doe ik nog een kloddertje blauw
en ook nog een beetje groen
Wil jij dat samen met mij doen ?
Kliederkunst zonder vieze handen
Voor deze activiteit heb je nodig :
IJsstokjes
Vouwblaadje
Insteekhoesje
Verf
Gekleurd papier
Pak een zwart vouwblaadje en doe hierop een paar druppeltjes verf ,
verschillende kleuren geeft een mooi resultaat.
Schuif het vouwblaadje voorzichtig in het insteekhoesje.
De kinderen wrijven met hun handen over het hoesje , zodat de verf zich verspreid.
Knip het hoesje open zodat je het vouwblaadje er uit kunt halen.
Laat het goed drogen. Maak met de ijsstokjes een "schildersezel" en plak het vouwblaadje en de stokjes op gekleurd papier.
Knip uit een ander papier een vierkant, zodat je een soort lijst krijgt. Hierop plak je het restant van het insteekhoesje , waar de verf op zit.
Zo heb je twee kunstwerken in een keer.
Slakje plakken
Voor deze activiteit hebben we eerst een paar echte slakken gezocht en deze goed bekeken.
We hebben er over gesproken tijdens het kringgesprek en het versje geleerd.
Daarna konden de kinderen aan de slag .
Spaghettikunst
Deze kunstwerken zijn gemaakt van spaghetti en spekjes.
De kinderen mochten naar eigen inzicht een kunstwerk maken.
Natuurlijk eerst even snoepen van de spekjes en daarna aan de slag.
Deze prachtige kunstwerken zijn het resultaat.
Knikkerkunst.
Voor deze activiteit heb je een vierkante bak , verf en knikkers nodig.
Leg een vel stevig papier in de vierkante bak. Doe drupjes verf op het papier.
Laat de kinderen de knikkers in de bak gooien en de bak heen en weer bewegen.
De drupjes verf worden door de knikkers over het papier verspreid.
Haal het papier voorzichtig uit de bak en laat het drogen. Van papier kun je er een
lijst om heen maken , maar het staat ook heel mooi in een wissellijstje.
Schilderen met gras en zand.
Dit schilderij is gemaakt met gras en zand.
Laat de kinderen een vel papier insmeren met lijm.
Daarna strooien ze het gras en het zand op het papier.
Laat het geheel goed drogen.
Doorzichtige schilderijen.
Deze doorzichtige schilderijen zijn gemaakt van showtassen en natuurlijke materialen.
Knip de showtassen doormidden zodat je twee helften krijgt.
Knip uit papier een frame en plak deze op het transparante vel.
Laat de kinderen er natuurlijke materialen opplakken zoals , bladeren , schelpen , takjes of schijfjes hout.
Laat het geheel goed drogen en je hebt een doorzichtig schilderij.
Kliederboel.
Dit leuke schilderij is gemaakt met scheerschuim en verf.
Leg een plastic kleed op de tafel.
Spuit een grote klodder scheerschuim op het plastic kleed,
en doe hier een paar klodders verf door. Laat de kinderen hier lekker mee kliederen.
Als de verf er goed doorheen is gemengd, leg dan een stuk stevig karton
in het schuimmengsel. Druk het stevig aan en haal het er weer uit.
Veeg het overtollige schuim er af en laat het karton drogen.
Een lintje er door en je hebt een leuk schilderijtje.
Naar het museum.
Maak met de kinderen een wandeling.
Tijdens deze wandeling ga je op zoek naar stenen, veren, boomschors, takken, mos en andere natuurlijke materialen. Leg deze materialen in de kring en benoem ze.
Dan leg je een mooi kleed op een tafel en daarop leg je de materialen. Maak naambordjes met wat het is.
Zo maak je een tentoonstelling van de materialen die je gedurende het thema hebt verzameld. Ook de schilderijen en knutselwerkjes die tijdens het thema zijn gemaakt hang je op aan de muur boven de tafel.
Aan het eind van het thema kun je de ouders uitnodigen om de tentoonstelling te bekijken.
Muziekdoos
Bekleed een doos met een leuk papiertje.
Plak hierop muzieknootjes.
In de doos doe je trommelstokjes, deze kun je maken van pvc-buis.
Zet de doos op tafel en laat de kinderen raden wat er in zit.
Dan haal je de trommelstokjes te voorschijn en laat je de kinderen
bedenken waarvoor die stokjes kunnen zijn. Dan ga je trommelen op de tafel.
Eerst hard en dan zacht , zo leren de kinderen geluiden herkennen.
Rick Rikketik.
Beplak een hoed en een overhemd met muzieknootjes van papier, en verkleed je hiermee.
Nu ben je Rick Rikketik.
Je kunt grote verkleedkleren voor jezelf maken en een kleine set voor de kinderen.
Pak de muziekdoos erbij en loop rond. Maak de muziekdoos open en haal de
trommelstokjes er uit. Je loopt weer rond en tikt met de trommelstokken op de voorwerpen om je heen.
De kinderen benoemen de voorwerpen waarop je tikt, zoals : de kast , de tafel. het raam, het keukentje.
Ondertussen zing je het volgende liedje:
Ik ben Rick
Rik-ke -Tik
En ik tik
Op alles om mij heen
Ricke tikke Tik
Wat ...tik.... ik!!!
Tamboerijn
Van een papieren bordje kun je een leuke tamboerijn maken. Dit doe je door er op 4 plaatsen
gaatjes in te maken. Door die gaten doe je een touwtje met een belletje eraan.
De touwtjes knoop je vast. Dan versier je het bordje met gekleurde stukjes papier,
of je plakt er een leuke afbeelding op.
Slangen
Deze slangen zijn gemaakt van een papieren bordje.
Laat de kinderen een papieren bordje verven.
Als het bordje droog is knip je een soort slinger van het bordje.
Op het middelste stuk plak je oogjes en een tong en je hebt een
leuke slang. Hang de slangen om een tak.
