Wat doe ik aan.
De waslijn
Kleding moet soms ook gewassen worden.
Samen met de kinderen ga je op zoek naar "vuile: was.
Dit kunnen poppenkleren zijn , werkdoekjes, handdoeken, theedoeken of verschoonkleding.
Wanneer er op de locatie een wasmachine is kun je hier gebruik van maken , maar je kunt het ook met de hand doen.
Op deze manier leren de kinderen meteen de begrippen : Schoon en vies.
Wanneer alles gewassen is hang je het op een droogrek.
Als extra activiteit kun je er nog een knutselwerkje van maken.
Hiervoor heb je afbeeldingen van kleding nodig en een paar ijscostokjes.
Zintuigen prikkelen.
Voor deze activiteiten heb je nodig:
Een gekke bril en een boa of fleurige sjaal.(Tante Wil)
Een voeldoos.
Diverse soorten kleding, schoen, tas en sieraden.
Tante Wil
Bij deze activiteit verkleed de pedagogisch medewerk(st)er zich als het typetje :Tante Wil.
Je doet de sjaal of boa om en zet de gekke bril op.
Dan zing je een liedje:
Ik ben Tante Wil
en ik heb een nieuwe bril
Wil jij heel misschien
even door mijn brilletje zien.
Als je het liedje hebt gezongen zet een van de kinderen de bril op en vraag je
wat hij of zij ziet. Alle kinderen komen aan de beurt.
Op deze manier kun je de woordenschat uitbreiden door te reageren op wat de kinderen zeggen
en zien, en kun je de zintuigen en hun fantasie prikkelen.
Voeldoos
Zoek diverse kledingstukken van verschillende stoffen bijelkaar, zoals: leer , wol , flanel, badstof.
Ook een tas, een schoen , en sieraden kun je gebruiken.
Leg alles op een tafel en laat ze een voor een aan de kinderen zien.
Benoem de materialen en laat de kinderen er aan voelen.
Doe iets in de voeldoos en laat de kinderen om de beurt voelen wat er in de doos zit.
Als ze het hebben geraden laat je het weer zien en vertel je nogmaals wat het is.
Spiegeltje, spiegeltje aan de wand.
Voor deze activiteit heb je een grote spiegel en een mand met kleding nodig.
Eén van de kinderen staat voor de spiegel en kiest een kledingstuk uit de mand.
Dan zing je het liedje :
Spiegeltje , spiegeltje aan de wand ,
wat heb ik hier in mijn hand?
Rie , Ra , Roek , het is een broek.
Rie ,Ra,Rui, het is een trui
Tik , Tak, Tok, het is een rok
Mik ,Mak,Moes , het is een blouse
Mie ,Ma, Moen , het is een schoen
Mie, Ma ,Mee, het zijn er twee
Pie,Pa,Pok, het is een sok
Tik , Tak, Tee , het zijn er twee
Je kunt de kinderen vragen stellen over de kleding die ze aan hebben
en welke kleur die kleding heeft.
Nieuwe Schoenen
De kinderen zitten in een kring,
een van de kinderen loopt de kring rond
op een paar pumps of klompen
en je zingt ondertussen dit liedje:
Stapperdestap daar kom ik aan,
Met mijn nieuwe schoenen / klompen aan.
Hoor je me lopen , hoor je me gaan
Stapperdestap daar kom ik aan
Zo kun je alle kinderen bij langs gaan.
Hoe moet het aan ?
Doe allemaal verkleedkleren in een tas of zak.
Zet een radio klaar met leuke muziek.
Laat deze zak de kring rond gaan en op het moment dat de muziek uit gaat
pakt het kind dat de zak heeft een kledingstuk uit de tas / zak en trekt dit aan.
Het kind leert zo hoe hij het kledingstuk aan moet trekken.
Ga zo door tot de zak leeg is.
Als alle kinderen verkleed zijn kun je gaan schminken of een gezellige disco houden.
Knopen en ritsen
Zoek verschillende kledingstukken met een rits en of knopen
en laat de kinderen proberen om deze open en dicht te laten doen.
Als het is gelukt kunnen ze een knoop / ritsdiploma halen.
Tijdens deze activiteit kun je dit liedje zingen:
Friemeldefriemel
knoop door het gat
Broek dicht maken
moeilijk is dat
Friemeldefriemel
t is voor elkaar
de broek zit dicht
en jij bent klaar.
Wat doe ik aan en wanneer?
Zoek allerlei zomer en winter kleren bij elkaar .
Zet 2 tafeltjes klaar.
Boven het ene tafeltje hang je een afbeelding van een zon,
Boven het andere tafeltje een afbeelding van een sneeuwpop
Laat de kinderen een voor een een kledingstuk kiezen
en laat ze deze op het juiste tafeltje leggen.
bv badpak bij de zon ,handschoenen bij de sneeuwpop.
Ondertussen kun je een gesprekje houden met de kinderen waarom ze
dat daar neerleggen en of het misschien ook op het andere tafeltje kan.
Collage
Knip uit folders , tijdschriften en catalogussen plaatjes van kleding en schoenen.
Laat de kinderen deze opplakken.
Je kunt er eventueel ook nog lapjes stof bij opplakken.
Kapstok
Neem een echte kleerhanger mee en laat zien wat je ermee kunt doen.
Houd een gesprekje over wat dat voor een ding is en wat je er mee moet doen
Laat zien dat je er kleding op kunt hangen. Knip van stevig gekleurd karton een kleerhanger.
Laat de kinderen de kleuren benoemen en / of tel het aantal kleerhangers.
Laat de kinderen de kleerhangers beplakken met plakfiguren.
Knip een aantal kledingstukken uit gekleurd papier en laat de kinderen deze kleuren.
Bevestig ze met cadeaulint aan de kapstok.
T-shirt
Kies allemaal lapjes uit met mooie motieven,prints of verschillende materialen.
Laat de kinderen deze voelen. Knip uit papier een T-shirt.
Laat de kinderen deze beplakken met allerlei stofjes.
Modeshow
Als afsluiting van het thema kun je met de kinderen een modeshow houden.
De kinderen versieren allemaal op hun eigen manier een vuilniszak
Als alle vuilniszakken versierd zijn hou je een modeshow
Een rij tafels kan als catwalk dienen.
Aankleedpop
Deze afbeelding kun je vergroten en gebruiken bij dit thema.
Je kunt deze afbeelding gebruiken als "praatplaat" .
Dit kun je doen door de kinderen de lichaamsdelen aan te laten wijzen en / of te benoemen.
Ook kun je deze afbeelding gebruiken als "aankleedpop".
Knip kledingstukken uit papier , stof of plastic zakken.
Plak deze op de afbeelding. Je kunt er natuurlijk ook een kleurplaat van maken.
Kleding plakken
Benodigdheden :
Afbeelding Lotje
Kleurpotloden
Verschillende kleuren papier
Lijmpotjes
Kwastjes
Schaar.
Kopieer de afbeelding Lotje op A4 formaat.
Knip uit verschillende kleuren papier passende kledingstukken zoals: sokken , rokken , broeken en T-shirts.
Laat de kinderen de kledingstukken en de kleur ervan benoemen.
De kinderen kiezen zelf de kleur en het kledingstuk dat ze op willen plakken.
Als alle kinderen een “compleet setje” kleding heeft mogen ze het op de afbeelding van Lotje plakken.
Variatie : laat de kinderen de afbeelding van Lotje zien.
Benoem de lichaamsdelen en laat de kinderen deze inkleuren door te zeggen:
Kleur de armen : rood. Kleur de benen : groen etc.